Totaalvoetbal vormt in historisch perspectief de belangrijkste Nederlandse bijdrage aan de ontwikkeling van het internationale topvoetbal op het vlak van de speelstijl, tactiek en spelsystemen. Toch bestond in de Nederlandse voetballiteratuur opmerkelijk genoeg nog geen diepgravende monografie over het fenomeen dat ook bekend is komen te staan onder de naam ‘Hollandse School’. Het doel van deze literatuurstudie door Rob Siekmann is om in deze leemte te voorzien.
Aan de orde komen de herkomst en betekenis van totaalvoetbal, de filosofie die eraan ten grondslag ligt, door wie het totaalvoetbal werd ‘uitgevonden’, de specifieke kenmerken van de speelwijze, het profiel van de ideaaltypische totaalvoetballer en een sterkte-zwakteanalyse van totaalvoetbal. De kern van het boek wordt gevormd door de voetbalvisies van topcoaches die de theorie en praktijk van het totaalvoetbal in de loop der tijd ontwikkeld hebben: van Michels, Lobanovski en Cruijff tot Sacchi, Van Gaal, Guardiola en Klopp. De crisis die deze voetbalstijl in de praktische uitvoering in Nederland heeft doorgemaakt, wordt eveneens behandeld. Aan de hand van talrijke voetbalbronnen krijgt de lezer nu voor het eerst een alomvattend beeld van het totaalvoetbal.