De mythe van de rode bloedcel. Verbetert erythropoëtine (epo) of bloeddoping de prestaties van wielrenners en andere duuratleten? maakt duidelijk dat de Amerikaanse ex-beroepswielrenner Lance Armstrong zijn zeven tourzeges mogelijk wel met, maar vrijwel zeker niet door epo- of bloeddoping behaalde. Hetzelfde geldt voor de prestaties van zijn voormalige collega de Nederlander Michael Boogerd en voor vele andere atleten die geschorst werden vanwege het gebruik van epo- of bloeddoping. Dit boek beschrijft de resultaten van bijna acht jaar studie naar de vermeende prestatieverhogende werking van epo- en bloeddoping. Het laat zien dat het zeer onaannemelijk is dat deze vormen van doping aerobe prestaties zoals wielrennen significant bevorderen en dat ze zeker niet doorslaggevend zijn in echte wedstrijden.
De mythe van de rode bloedcel is niet alleen leerzaam voor sportliefhebbers in het algemeen, maar ook voor (wielren)trainers, antidopingautoriteiten, en juristen, fysiologen, psychologen, filosofen en beleidsmakers in de sportwereld, al dan niet in opleiding. Het boek kan gebruikt worden in de opleidingen voor (paramedische) sportgezondheidszorg op hbo-niveau en hoger.
Auteur Bram Brouwer studeerde in 2009 cum laude af in de psychologie op het onderwerp ‘doping als drogreden’ en behaalde de aantekening sportpsychologie. Vervolgens heeft hij zijn studie naar de vermeende effecten van doping voortgezet in een promotieonderzoek, waarvan dit boek (zijn proefschrift) de weerslag is. In 2016 verscheen bij 20/10 Uitgevers van zijn hand ook het boek De onbekende historie van de Olympische Spelen, waarin een andere mythe onderuit wordt gehaald.